-
1 doute
doute [doet]〈m.〉1 twijfel ⇒ aarzeling, onzekerheid♦voorbeelden:1 avoir des doutes sur qn., qc. • bedenkingen hebben over iemand, ietsêtre dans le doute au sujet de qc. • z'n twijfels over iets hebbencela ne fait aucun doute • dat lijdt geen twijfelmettre en doute • in twijfel trekken, betwijfelen〈 spreekwoord〉 dans le doute, abstiens-toi • in gevallen van twijfel, onthoudt ucela est hors de doute • dat is buiten kijfsans doute • waarschijnlijk, (vast) welsans nul, aucun doute • ongetwijfeldnul doute que cela ne soit exact • het is beslist zeker dat dit juist is→ ombremtwijfel, onzekerheid -
2 would
v. hulpwerkwoord ter uitdrukking van een wens2 〈gewoonte/herhaling〉 placht ⇒ 〈 voornamelijk vertaald door middel van bijwoord als〉 gewoonlijk, steeds, altijd♦voorbeelden:she would have her way • ze moest en ze zou haar zin krijgenhe would not hear of it • hij wilde er niet van horenI wish he would leave me alone • ik wilde/wou dat hij me met rust lietI would like to show you this • ik zou je dit graag laten zienif only he would listen • als hij maar wilde luisterenI would rather starve than eat his food • ik zou nog liever verhongeren dan eten van hem aannemenhe would sooner die than surrender • hij zou liever sterven dan zich overgevenif I had known I would have come • als ik het had geweten, zou ik gekomen zijnI would try it anyway • ik zou het toch maar proberen (als ik jou was)I wish John would return • ik wou dat John terugkwam5 he was writing the book that would bring him fame • hij was het boek aan het schrijven dat hem beroemd zou maken7 would you please shut the door? • wil je de deur sluiten alsjeblieft?8 an impressive result, I would say • een indrukwekkend resultaat, zou ik zeggenwe would suggest the following • we zouden het volgende willen voorstellen -
3 doubt
n. twijfel--------v. twijfelen, betwijfelendoubt1[ daut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 twijfel ⇒ onzekerheid, aarzeling♦voorbeelden:be in no doubt about something • ergens zeker van zijncast/throw doubt(s) (up)on • in twijfel trekkenhave one's doubts about something • ergens aan twijfelenbeyond doubt • stellig, zonder enige twijfelin doubt • in onzekerheidwithout (a) doubt • ongetwijfeldno doubt • ongetwijfeld, zonder (enige) twijfeldoubt (as to/about) whether, doubt if • onzekerheid of————————doubt2〈 werkwoord〉1 twijfelen (aan) ⇒ onzeker zijn, betwijfelen♦voorbeelden: -
4 dubiety
n. onzekerheid, twijfel -
5 incertitude
incertitude [ẽsertietuud]〈v.〉2 onzekerheid ⇒ twijfel, besluiteloosheid♦voorbeelden:2 être dans l'incertitude • in onzekerheid verkeren, twijfelenf1) onzekerheid, twijfelachtigheid3) vaagheid -
6 limbo
n. grens van de hel; staat van onzekerheid[ limboo]♦voorbeelden: -
7 incertitude
-
8 uncertainty
-
9 question
n. vraag; vraagstelling; probleem; vraagteken; kwestie--------v. ondervragen; betwijfelen; vragenquestion1[ kwestsjn]1 vraag2 vraagstuk ⇒ probleem, kwestie3 stemming♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 ask no questions and be told no lies • vraag mij niet, dan lieg ik nietyou should obey your father without question • je moet je vader zonder meer gehoorzamenthe man in question • de man in kwestie/over wie we het hebbenthat is out of the question • er is geen sprake van, daar komt niets van inthat is not the question • daar gaat het niet omthe question is … • waar het om gaat is …that is begging the question • 〈 informeel〉 dat is moeilijkheden ontlopen; 〈 in het bijzonder〉 dat is een vraag met een wedervraag beantwoorden1 twijfel ⇒ onzekerheid, bezwaar♦voorbeelden:there's no question about his credentials • zijn geloofsbrieven zijn betrouwbaarbeyond (all)/without question • ongetwijfeld, stellig, buiten kijf————————question2〈 werkwoord〉1 vragen ⇒ ondervragen, uithoren♦voorbeelden:3 I question whether/if … • ik betwijfel het of … -
10 misgiving
n. vermoeden, bezorgdheid, twijfelmisgiving♦voorbeelden:1 they had serious misgivings about recommending him • ze twijfelden er ernstig aan of ze hem konden aanbevelen -
11 qualm
n. onbehaaglijk gevoel; scrupule; spijt; twijfel; zwakte; misselijkheid[ kwa:m, kwo:m] 〈 vaak meervoud〉1 (gevoel van) onzekerheid ⇒ ongemakkelijk/onbehaaglijk gevoel♦voorbeelden:he felt no qualms about inviting himself • hij had er geen moeite mee zichzelf uit te nodigen -
12 FUD
angst, onzekerheid, twijfel (verkooptechniek door andere producten af te kraken om de klanten te overtuigen hun producten te kopen)FUD (Fear Uncertainty Doubt) -
13 Fear Uncertainty Doubt
angst, onzekerheid, twijfel (verkooptechniek door andere producten af te kraken om de klanten te overtuigen hun producten te kopen) -
14 doubtfulness
n. twijfel, onzekerheid; wantrouwen -
15 nagging doubt
knagende onzekerheid/twijfel
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский